Thanatos uit de schaduw
Uit onderzoek blijkt dat praten over de dood nog steeds lastig is, en dat sterven de ander overkomt maar niet jezelf. Aandacht voor de eigen sterfelijkheid hebben we verdrongen. Volgens de Jungiaanse Analytische Therapie leidt verdringing tot psychische disbalans met allerlei effecten op de gezondheid. Hoe raakte de aandacht voor sterfelijkheid buiten beeld, en hoezo is het belangrijk daar wel weer het licht op te zetten?
Het ontstaan van het leven en de vergankelijkheid ervan zijn de twee grootste, mystieke momenten in het bestaan van de mens. Al eeuwenlang roepen ze vragen op over waar we vandaan komen, waar we naar toe gaan en wat de zin is van het leven. Ze wekken ook diverse gevoelens op: van grote blijdschap tot diepe angst. De start van een nieuw leven krijgt volop aandacht. De aandacht voor het einde van het leven staat daarbij in de schaduw. Terwijl met iedere verjaardag die wordt gevierd, de eigen dood een stapje dichterbij komt.
Uit diverse onderzoeken blijkt dat meer dan de helft van de Nederlanders angst heeft om te sterven en dat het denken en spreken over de dood wordt weggestopt. Sterven is nog steeds iets dat de ander overkomt en daarmee duwen we onze eigen, onafwendbare dood weg. Met o.a. campagnes, artikelen, en via social media proberen diverse instanties het tij te keren, en dat is belangrijk.
Dood buiten beeld
Binnen oude culturen en wijsheidstradities is sterfelijkheid een natuurlijk onderdeel van het leven. Als je mythes, sprookjes en religieuze teksten erop naslaat, dan heeft de dood daarin een duidelijke plek. Niet alleen in tekst maar ook in beelden als de god van de dood Thanatos, de treurwilg, omgekeerde fakkels, klaagvrouwen, een zeis, lelies, een zandloper of engelen. (Biedermann, 2008).
Alle helden en heldinnen in die verhalen komen op hun weg momenten tegen waar ze keuzes moeten maken en afscheid moeten nemen: van situaties, van mensen, hun eigen overtuigingen en handelen. Momenten die vragen om te sterven aan dat wat je kent, en een nieuwe stap te zetten. En daarmee was sterfelijkheid gelijk aan veranderkracht. Het ‘kleine’ sterven als oefening voor het ‘grote’ sterven zoals ook de held of heldin dat uiteindelijke overkomt.
Joseph Campbell, literatuurwetenschapper en auteur van ‘De Held met de duizend gezichten’, beschrijft deze reis die ieder mens op zijn of haar manier maakt. Campbell herinnert ons eraan dat de feitelijke en symbolische sterfelijkheid natuurlijk onderdeel zijn van onze levensweg.
Onder invloed van biologische, medische, maatschappelijke en technologische ontwikkelingen is het wereldbeeld en het mensbeeld veranderd van magisch naar maakbaar en mechanisch. Het adagium werd ‘meten is weten’. We kunnen meten dat we fysiek dood zijn, maar het beleven van de dood als innerlijke, mystieke veranderkracht is niet meetbaar en werd zo buiten de menselijke natuur geplaatst. We gingen sterfelijkheid aanschouwen als een externe afschrikwekkende factor in plaats van een innerlijke, natuurlijke beleving.
Effecten
De vraag is hoe erg dat eigenlijk is. Verschillende onderzoeken tonen aan dat het verdringen van de eigen sterfelijkheid nadelige gevolgen kan hebben. Zo blijkt uit onderzoek van de Australische palliatief verzorger Bronnie Ware (2009) dat stervenden vijf gevoelens hebben van spijt. Deze zijn: 1) niet trouw geweest te zijn aan zichzelf maar aan de verwachtingen van anderen, 2) te hard hebben gewerkt, 3) gevoelens niet te hebben geuit, 4) geen besef van de zinvolheid van vriendschappen en 5) het zich niet blij voelen. Hadden zij de eigen sterfelijkheid eerder onderkend, dan hadden zij meer gedaan wat ze eigenlijk hadden gewild.
Ook Elisabeth Kübler-Ros, psychiater en pionier op het gebied van stervensbegeleiding, concludeert dat dit soort spijtgevoelens opkomen bij stervenden. Die blijken een gevoel van leegte en doelloosheid geven: “[…] want als je leeft alsof je altijd zult blijven leven, wordt het maar al te gemakkelijk om de dingen waarvan je weet dat je ze moet doen, uit te stellen. […] en intussen gaat iedere dag verloren”(Kübler-Ros, 2006, p. 244).
Jung (1963) meent dat het aandacht hebben voor de eigen sterfelijkheid het doel is van de tweede levenshelft van ieder individu. Het verdringen van de doodsgedachten is voor hem (1985) even neurotisch en tegennatuurlijk als het in de jeugd verdringen van fantasieën die ook te maken hebben met de toekomst. Zo rond het 40ste levensjaar richt de blik van de mens zich stilaan naar binnen. (Jacobi, 2010). Vragen als ‘is dit alles’, ‘ik wil iets anders maar wat?’ en ‘wat is de zin van het leven?’ dienen zich aan. Het is ook de fase waarin we steeds ouder worden en sterfelijkheid van nature steeds meer in het blikveld komt (1985). Jung beseft dat de dood een mysterie blijft dat we niet volledig kunnen begrijpen, uitleggen, beschrijven of verbeelden. Het werp vragen op die we niet kunnen beantwoorden, maar die we wel moeten stellen om ermee om te leren gaan.
Non-lokaal bewustzijn
De ontdekking van een non-lokaal bewustzijn bracht het mysterie van de dood weer dichterbij onze innerlijke natuur. Pionier op dit gebied is cardioloog Pim van Lommel die bijna-doodervaringen (BDE) onderzocht. Deze hadden een mystiek en religieus karakter maar betroffen o.a. ook sterfbedvisioenen, verhoogde intuïtieve gevoelens, voorspellende dromen en waarnemen op afstand.
Ze gaven hem een geheel andere kijk op het sterven en leven: “Door me te verdiepen in de persoonlijke, psychologische, maatschappelijke en wetenschappelijke aspecten van bijna-doodervaringen werden ook andere algemeen gestelde vragen […] belangrijk: wie ben ik? waarom ben ik hier? wat is de oorsprong van mijn leven? wanneer en hoe komt er een eind aan mijn leven? wat betekent de dood voor mij en gaat het leven dan nog door? In alle tijden en culturen, en in elke levensfase […] of bij een […] ernstige crisis, worden deze essentiële vragen steeds opnieuw gesteld. […] En geboorte en dood zijn een realiteit die zich elke seconde in ons leven afspeelt, omdat ons lichaam voortdurend een proces van afsterven en vernieuwing ondergaat” (2007, p. 42-43).
De dood als wegwijzer
In het herwinnen van evenwicht in aandacht voor leven en dood meent Kübler-Ross (2006) dat de dood de sleutel is op de deur naar het leven. Wil een mens innerlijk groeien dan kan dat niet zonder ook te sterven aan oude, bekende wegen waardoor de mens onbekende paden kan inslaan vol betekenis en relaties ten behoeve van het innerlijk groeiproces. Zij meent dat de dood een belangrijke wegwijzer is tijdens ons leven: “De dood kan ons de weg wijzen, want als we ten volle weten en begrijpen dat onze tijd op aarde beperkt is […] dan moeten we iedere dag beleven alsof het de enige is. We moeten onze tijd gebruiken om nú een begin te maken met de groei naar eigen persoonlijkheid […]. De dood is het laatste stadium van groei in dit leven.“ (2006, pp. 245, 246).
Ook psychiater en schrijver Irvin D. Yalom (2017) ziet een positieve samenhang tussen angst voor de dood en het gevoel hebben een stuk van het leven te hebben gemist. Zijn stelling is dat hoe minder de mens uit zijn leven haalt, hoe groter de doodsangst zal zijn, hoe minder we erin slagen het leven ten volle te ervaren en hoe meer het individu de dood gaat vrezen. “Naar mijn overtuiging moeten we de dood net zo tegemoet treden als de andere angsten. We moeten nadenken over ons einde, ons ermee vertrouwd maken, hem ontleden en analyseren, beredeneren en vervolgens kinderlijke misvattingen over de dood van de hand wijzen. […]. Rauwe doodangst kan worden teruggebracht tot gewone beheersbare angst. […] het leven wordt ontroerender, kostbaarder en dynamischer. […] Ik hoop dat we niet alleen beter in staat zijn te zullen genieten van elk kostbaar moment en van het simpele feit dat we bestaan, maar ook meer compassie voor onszelf en ieder ander mens zullen koesteren als we ten volle doordrongen zijn van […] onze eindigheid, dat korte moment dat we in het licht verkeren” (2017, p. 203, 204).
Thanatos uit de schaduw
Individuatie zoals Jung het bedoelde heeft te maken met volledig worden wie je bent door het verenigen van innerlijke tegenstellingen. Leven en Dood vormen een existentiële tegenstelling, en daarin verdient de dood evenveel aandacht ten gunste van psychische evenwichtigheid en groei. Het uit de schaduw halen van Thanatos is de uitnodiging tot reflectie op jouw eigen verandervermogen: hoe ga ik om met veranderingen in mijn leven? durf ik gevoelsmatig te sterven aan wat niet meer nodig is? durf ik ten volle te leven? Dit heeft effect op hoe het individu verbonden is met zichzelf, met anderen en met de omgeving. Vanuit die bewuste balans in aandacht voor leven én sterven kan hij of zij innerlijke groei en autonomie bevorderen, en het leven zinvolheid geven.
Fotoverantwoording
Thanatos afgebeeld als een gevleugelde jongeling met zwaard. Marmeren beeld ( 325-300 v. Chr.) uit de Tempel van Artemis in Efeze, Turkije (commons.wikimedia.org)
Bronnen
- Biedermann, H. (2008) Symbolen van A tot Z; ruim 2000 historisch-culturele symbolen. Utrecht: Uitgeverij Spectrum
- Bronnie Ware (1967) is een Australische auteur, songwriter en motiverende spreker die het meest bekend is vanwege haar geschriften over de grootste momenten van spijt die mensen betreuren op hun sterfbed en die zij met haar deelden in haar tijd als palliatieve verzorger. Ze deelde eerst de inzichten in een blogpost uit 2009, "Regrets of the Dying". De blogpost werd wereldwijd wijd gedeeld en was in 2012 gelezen door acht miljoen mensen. (Wikipedia, oktober 2019)
- Campbell, J. (2000) De held met de duizend gezichten. Amsterdam: Olympus
- Jacobi, Jolande (2010). De psychologie van Jung. Rotterdam: Lemniscaat
- Jung, C.G. (1963). Herinneringen, Dromen, Gedachten; C.G. Jung een autobiografie. Rotterdam: Lemniscaat
- Jung, C.G. Jung( 1985), Mens en Cultuur verzameld werk deel 9, hoofdstuk 4 en 5. Rotterdam: Lemniscaat
- Kübler-Ross, E. (2006). Dood; Het laatste stadium van innerlijke groei. Amsterdam: Ambos|Anthos Uitgevers
- Lommel, Pim van. (2007). Eindeloos bewustzijn: een wetenschappelijke visie op de bijna-dood ervaring. Kampen: Ten Have
- www.landelijkexpertisecentrumsterven.nl
- Rump, H.A.J. (2018) Geesteswetenschap en Analytische Therapie. Nijmegen: Jungiaans Instituut
- Yalom, I.D. (2016), Tegen de zon inkijken; de doodsangst en hoe die te overwinnen. Amsterdam: Uitgeverij Balans
